Maar afgelopen maandagochtend werd De Berenkuil in de supermarkt overmand door een knus eindejaarsgevoel. Kwam door de witte en rode kerststerren die werden uitgeladen en uitgestald. Ook zagen we mininaaldboompjes. Het was al een beetje kerst. De wereld is mooi en we moeten lief zijn voor elkaar, dat gevoel.
Wij kregen de onstuitbare behoefte iets goeds te doen. Bijna hadden wij ons omgedraaid om bij de ingang een daklozenkrant te kopen. Bijna. Wel groetten we de caissières iets te uitbundig.
In de winkel zagen wij een bekend echtpaar. Supervrijwilligers in de plaatselijke speeltuin – ze hebben er bijna een dagtaak aan. „Gefeliciteerd!”, riepen wij enthousiast. Aan hun blikken te zien hadden ze geen idee waarmee. Wij verklaarden ons nader: „De speeltuin krijgt toch tienduizend euro van de gemeente voor dat nieuwe speeltoestel?” Het bericht had in de krant gestaan, maar de speeltuin was door de gemeente blijkbaar nog niet op de hoogte gebracht.
Hun verbazing veranderde in pure blijdschap. Toen was het helemáál kerst. En De Berenkuil was de gulle kerstman die tienduizend euro schonk.
Maar niet alles bleek rozengeur. Toen wij vroegen of ze het dan niet in de krant hadden gelezen, zei de vrouw: „We hebben geen krant. Véél te duur voor ons.” De Berenkuil beloofde haar een exemplaar van de betreffende krant te bezorgen. Dat gebeurde de volgende dag, met een chocoladeletter erbij.
Kerstman? De Berenkuil voelt zich een nepsinterklaas.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten