Raadsleden zijn net mensen. Ook zij hebben de afgelopen weken een brief en een stapeltje plastic zakken ontvangen om daarmee voortaan plastic verpakkings- materiaal gescheiden in te zamelen. En ook raadsleden vragen zich af: waar laat ik dat alles?
De VVD opende maandag de discussie. Evert Vaartjes brak een lans voor de krapbehuisde Arnhemmers die niet weten waar ze met een maand ingezameld plastic naar toe moeten. Kunnen die zakken niet wat vaker worden opgehaald, vroeg de VVD’er.
Verantwoordelijk wethouder Cees Jansen sprak vervolgens sussende woorden. „Zo’n vaart loopt dat allemaal niet. U doet net alsof we pas vorige week zijn begonnen, maar we hebben al een jaar ervaring met het inzamelen van plastic”, verwees Jansen naar de proef die Arnhem eerder deed.
En in dat jaar heeft Arnhem geleerd hoe dat moet, aldus de wethouder, die vervolgens wel ‘een tip’ had voor Arnhemmers die het bijvoorbeeld moeten doen met niet meer dan een te heet gewassen balkonnetje. „Stop die plastic zak gewoon zo lang in de grijze bak. Daarin blijft nu toch genoeg ruimte over.”
De raadsleden waren van die tip bepaald niet onder de indruk, om het diplomatiek te zeggen. Zij zagen de smeerboel die dat oplevert al voor zich. En VVD’er Vaartjes vreesde een vroegtijdig eind van het gescheiden inzamelen. „Die zak komt er nooit meer uit.”
Addy Plieger van de ChristenUnie, die zelf heeft meegedaan aan het ‘plasticexperiment’ kon uit ervaring vertellen. „Die zakken met plastic afval staan een maand te stinken in de schuur.” Met andere woorden: wat vaker dan eens per maand ophalen zou helemaal niet verkeerd zijn.
Dat noopte raadslid Sjoerd Veenstra van Zuid Centraal tot een ietwat vuile opmerking jegens Plieger. „Wij hebben die zakken thuis ook, en bij ons stinkt het helemaal niet”, aldus de Eldenaar. „Dat is gewoon een kwestie van hygiĆ«ne.”
Foto: Marco Bouman/De Gelderlander
Geen opmerkingen:
Een reactie posten